Familie Taylor Parkins
Het verhaal over het geslacht Taylor Parkins in Nederland
begint bij Edward Taylor Parkins uit Londen. Wie de voorouders zijn (voor 1803)
is niet bekend. Onderzoek in Londen zou moeten plaatsvinden.
Edward Taylor Parkins is 26 juni 1803 in
Londen geboren en op 22 juni 1806 in de Westminster Kathedraal in Londen
gedoopt. Hij was (mogelijk) de enige zoon. Zijn vader was kapitein op zijn eigen
schip.
Uit overlevering.
Hij liet zijn zoon Edward achter aan de zorgen van de
familie PARKINS. Zijn vader keerde niet terug van één van zijn reizen en is
mogelijk kort na de geboorte van Edward overleden. Er word aangenomen, dat hij
in Tahiti is begraven. De pleegfamilie PARKINS had geen kinderen. Hij kreeg van
zijn pleegvader, die boswachter was, zijn achternaam PARKINS en Edward voegde
dit, mogelijk als dank, toe aan zijn eigen achternaam TAYLOR. Hierdoor ontstond
de familienaam TAYLO PARKINS. Edward was een talent volle student. Edward kwam
rond 1825 naar Amsterdam en ging werken bij de bank Hope & Co. (bron: G.H.
Mackay)
Dit komt niet overeen met zijn doopakte en de verklaringen
van zijn moeder, die bij zijn huwelijken werden opgemaakt door een notaris in
Londen.
Wanneer Edward Taylor Parkins naar Nederland
is gekomen is niet bekend. Zijn eerste registratie in Nederland is zijn huwelijk
in 1828. Bij zijn huwelijk in 1828 in Amsterdam heeft Edward Taylor
Parkins de toestemming van zijn ouders nodig. Zijn ouders woonden in
Londen. Op 1 juli 1828 legt zijn moeder, Elizabeth Hobson, in
Londen bij een notaris een verklaring af van geen bezwaar. In haar verklaring
zegt zij, dat zij thans gehuwd is met William Cumbs, voormaals met
"Edward Taylor". Hieruit kan worden opgemaakt, dat de vader van
Edward is overleden. Voorts verklaart Elizabeth, dat zij haar zoon genaamd
"Edward Taylor Parkins, gewoonlijk genaamd Edward Taylor" haar
toestemming geeft tot het aangaan van een huwelijk met Johanna Hendrina
Cunera Rocker. In de doopceel van St. James, Westminster, Londen,
(gevoegd bij de huwelijkse bijlagen) wordt zijn naam geschreven als
"Edward taylor Parkins”. Zijn vader en moeder worden alleen genoemd met
hun voornaam.
Bij zijn tweede huwelijk met Elisabeth Maria Garcia
wordt door zijn moeder op 22 juni 1832 weer een verklaring opgemaakt. Hierin
verklaart zij, dat zij weduwe is van "Edward Taylor". Ook nu
verklaart zij, dat haar zoon is genaamd "Edward Taylor Parkins", zichzelf
"Edward Taylor" noemt. De toon van haar verklaring is iets anders. Zij
verklaart, dat zij haar zoon toestemming geeft tot het aangaan van een huwelijk
met een vrouw haar bekend of onbekend en die hijzelf heeft uitgekozen.
Uit beide aktes zou kunnen worden opgemaakt, dat de
familienaam "Taylor" is. Daar staat tegenover, dat in zijn
doopceel zijn naam in 1806 wordt geschreven als "Edward Taylor Parkins".
Het zou dus kunnen zijn, dat in het dagelijkse leven de familienaam gemakshalve
wordt gebruikt als "Taylor".
In historische indexen op enkele sites in Engeland, maar
ook buiten Engeland komt de familienaam "Taylor" beperkt voor, maar de
familienaam "Parkins" frequent. De familienaam "Taylor Parkins" komt op die
sites voor 1803 niet voor. Onderzoek in Engeland zou meer duidelijk kunnen
geven. Edward ondertekent de geboorteaktes van zijn kinderen steeds met
"Ed(ward) Taylor Parkins". Hierdoor krijgen zijn nakomeling de
achternaam
"Taylor Parkins"
In Nederland, Amsterdam, gebruikt hij de volledige
achternaam "Taylor Parkins", maar ook "Edward Taylor"..
Het voortbestaan van de naam Taylor Parkins
is opmerkelijk gewensts. Zie hier voor zijn dochter Elisabeth Maria Taylor
Parkins.(1846)
Uit het huwelijk met Johanna Hendrina Cunera Rocker
wordt één zoon geboren in Amsterdam op 30 maart 1830. In de geboorteakte wordt
zijn naam geschreven als "Edward Taylor Parkins". In de indexen
van de burgerlijke stand van Amsterdam wordt soms "Taylor" als
zijn tweede voornaam geschreven.
Zoon Edward Taylor Parkins overlijdt 4
maanden oud. Zijn moeder Johanna Hendrina Cunera Rocker, overlijdt
2 maanden na zijn geboorte. Of die overlijden met elkaar verband houden is niet
bekend.
In de periode van 1833 tot 1842 komen diverse advertenties
voor van Edward Taylor Parkins, waarin hij Engelse cursussen
aanbood. Hij deed dit met de familienaam "Taylor".
Op 11 november 1833 plaatst Edward Taylor Parkins
een advertentie in het Algemeen Handelsblad, in het Engels, dat hij op 13
november 1833 de literaire sociëteit opent op de Nieuwendijk vlakbij de Dam. Hij
maakt excuses, dat hij niet aan iedereen een bericht kan sturen en vraagt de
mensen, die deel uit willen maken van de sociëteit hun visitekaartje te sturen
naar Edward of zijn uitgever Nayler. Hij herhaalt zijn aankondiging de volgende
dag, 12 november 1833 en nogmaals in het Algemeen Handelsblad. Op 20 november
1833 vindt er een tweede bijeenkomstplaats. Op 21 december 1839 wordt in het
Algemeen Handelsblad melding gemaakt, dat de heer Ed. Taylor, op
veler verzoek, vanaf 15 januari 1840 weer een zestal bijeenkomsten organiseert.
Op 4 januari 1840 wordt ook een bericht geplaatst over een door Edward
georganiseerde literaire bijeenkomst. In berichten hierover in de krant wordt de
waardering uitgesproken voor de heer Ed. Taylor.
Op zijn adres aan de Oudezijds Achterburgwal 193 in
Amsterdam geeft Edward Engelse les. Op 11 september 1840 plaatst Edward een
advertentie in het Algemeen Handelsblad, dat hij op 28 september 1840 begint met
het geven van ochtend lessen in de Engelse taal. De advertentie herhaalt hij op
25 september 1840. In de krant het Algemeen Handelsblad van 29 september 1842
wordt een artikel gewijd gericht aan de jeugdige lezers om kennis te nemen van
de vreemde talen. Daarin wordt "de Heer Taylor" geroemd en aanbevolen als een
bekwaam leermeester. Ook in de maand december 1840 plaatst hij samen met zijn
uitgever Nayler enkele advertenties om zijn Engelse lessen aan te bieden. Hij
blijft tot in 1842 Engelse les geven.
Naast het lesgeven in de Engelse taal schrijft Edward ook
Engelse lesboeken. In een advertentie van de boekhandel Nayler en Co in
Amsterdam in het Algemeen Handelsblad van 22 november 1842 wordt een lesboek van
Edward in het Frans aangeprezen.
Op 14 december 1842 plaatste Edward in het Algemeen
Handelsblad een advertentie met een brief van zijn leerling Heinrich Schliemann,
waarin Schliemann hem bedankte voor zijn lessen en hem aanbeveelt.
Het geven van de Engelse lessen zal in die periode zeker
niet gericht zijn op de werkende klasse. Een ongeschoolde arbeider verdiende in
1840 circa fl 0,75 per dag. Het was dus gericht op de gegoede klasse, die de
lessen bij Edward wilden volgen.
Op 18 maart 1863 doet Elisabeth Maria Garcia,
de 2e echtgenote van Edward, een verzoek bij het arrondissementrechtbank van
Amsterdam om haar in verband met de "zwakte van haar geestvermogen"
onder curatele te stellen. De rechtbank verhoort bloedverwanten en haar
echtgenoot, die in het belang van haar stoornis het wenselijk en noodzakelijk
achten haar onder curatele te stellen. Ook Elisabeth Maria Garcia
volhard in haar aanvraag. De rechtbank besluit hierop de onder curatele stelling
te gelasten en beveelt, dat zal worden voorzien van een toeziende curator.
Edward Taylor wordt wettelijk haar curator. De akte is op gemaakt op
25 maart 1863. De kosten zijn fl 26,48. (zie ook akte 1 december 1863 van
arrondissementrechtbank te Amsterdam).
Het bevolkingsregister van Amsterdam, beginnend in 1851,
wordt de familienaam "Taylor Parkins" ook geschreven als "Taylor
Parkens, Taijler Parkens, Taijlor Parkens, Taylor, Parkins".
Elisabeth Maria Taylor Parkins (1846-1925)
Elisabeth is het enige van de 5 kinderen van Edward Taylor Parkins die
een gezin heeft gesticht. De andere kinderen zijn vroegtijdig overleden. Het
leven van Elisabeth Maria Taylor Parkins is cruciaal geweest voor
het voortbestaan van de familienaam Taylor Parkins.
Wanneer haar vader komt de overlijden is zij 17 jaar. Haar
moeder is onder curatele gesteld. Tot het overlijden van haar moeder,
Elisabeth Maria Garcia, neemt zij de zorg voor haar moeder gezien de
zwakte van haar geestvermogen op zich genomen. Op alle adressen in Amsterdam,
vanaf het overlijdensadres van haar vader (Overtoom 83) tot aan het overlijden
van haar moeder in 1885 (Nes 118) woont haar moeder op dezelfde adressen.
Elisabeth Maria Taylor Parkins maakt
kennelijk kennis met Carl Andries Schultz. Zij zijn voornemens te
gaan trouwen, maar Elisabeth is 17 jaar. Hoe Elisabeth Maria Taylor
Parkins de 6 jaar oudere Carl Andries Schultz heeft
ontmoet, zal altijd een vraag blijven.
Op 1 december 1863 verschijnt voor de rechter van het 3e
kanton arrondissementsrechtbank in Amsterdam Jacob Kloppenburg,
wonende te Amsterdam, genoemd in de verklaring van 9 september 1863, als curator
over Elisabeth Maria Garcia en als voogd over Elisabeth
Maria Taylor Parkins. Tevens verschijnen ook voor de rechter
Johannes Fredrich Jacobi, commissionair, wonende te Amsterdam;
Johan Conrad Hamburger, kunstschilder, wonende te Amsterdam;
Pieter Jan Verschuijl, kantoorbediende, wonende te Amsterdam. Zij
verklaren allen de heer Edward Taylor Parkins te kennen en dat de
heer Edward Taylor vermeld in de akte van 18 maart 1863 één en
dezelfde persoon is. De ouders van Edward Taylor Parkins, namelijk
Edward Taylor en Elizabeth Hobson, zijn al sedert
verscheidene jaren overleden en tijd en plaats zijn onbekend, waardoor van hen
geen behoorlijk bewijs van overlijden kan worden overlegd. Het overhandigen van
bewijs van overlijden van haar grootouders was in die tijd voor haar huwelijk
noodzakelijk.
Op 7 december 1863 verschijn te Rotterdam bij de notaris
Richard Hendrik Vierstrasz de heer Joan Garcia, kantoorbediende,
wonende te Rotterdam. Joan verklaart, dat hij op grond van een vonnis van de
rechtbank van het 4e kanton te Amsterdam, dd 16 september 1863, is aangewezen
als voogd en toeziendvoogd over Elisabeth Maria Taylor Parkins.
Joan Garcia verklaart, dat hij als toeziend voogd zijn toestemming
geeft aan Elisabeth Maria Taylor Parkins om in het huwelijk te
treden met Carl Andries Schultz.
Carl Andries Schultz woonde in Rotterdam en
was geboren in Nederlands Indië. Zijn ouders woonden er nog. Elisabeth
Maria Taylor Parkins woonde in Amsterdam en had de zorg voor haar
moeder. Bij het huwelijk waren beiden voor de toenmalige wetgeving minderjarig,
Elisabeth Maria was 17 jaar en Carl Andries was 23 jaar.
Voor beiden was een schriftelijke toestemming van zijn ouders en voor haar van
de voogd. Na het huwelijk vertrok Elisabeth Maria Taylo Parkins
met haar moeder, waar ze voor zorgde, naar Rotterdam. Het is aannemelijk, dat
het echtpaar, met de moeder van Elisabeth Maria Taylor Parkins,
naar Surakarta, Solo is gegaan. Op 27 februari 1865 wordt in Soerabaja dochter
Maria Catharina Augusta Schultz geboren. Of er in Nederlands
Oost-Indië nog meer kinderen geboren en overleden zijn niet bekend.
Op 14 december 1869 komt Elisabeth Maria Taylor
Parkins voor in het bevolkingsregister van Rotterdam zonder echtgenoot,
maar samen met haar moeder Elisabeth Maria Garcia en dochter
Maria Catharina Augusta Schultz. Zij zijn afkomstig van Nederlands
Indië. Toen Elisabeth Maria Taylor Parkins in Rotterdam aankwam
was zij in verwachting. Op 5 mei 1870 werd in Rotterdam Jeannette
Wilhelmine Augusta Schultz geboren. Zeven maanden later overlijdt
zij in Rotterdam. Op 13 november 1871 vertrekt Elisabeth Maria Taylor
Parkins
zij met haar moeder Elisabeth Maria Garcia en dochter Maria
Catharina Augusta Schultz naar Amsterdam. Het huwelijk met Carl
Andries Schultz wordt verbroken en de scheiding is op 2 juli 1873
uitgesproken en op 23 maart 1874 in Semarang ingeschreven. Het is duidelijk, dat
Carl Andries Schultz zich daar bevindt.
Amsterdam.
Als Elisabeth Maria Taylor Parkins zij vanuit Rotterdam met haar moeder
Elisabeth Maria Garcia en dochter Maria Catharina Augusta Schultz
aankomt in Amsterdam, gaan zij wonen in Nes 7. Etages werden toen niet vermeld.
Op dat adres woont ook Jan Machiel Fredrik Keijsser, beroep
muzikant, geboren 22 januari 1845 te Amsterdam met zijn vrouw Emilie
Albertina Clasia Döring. Vermoedelijk krijgen Jan Machiel Fredrik
Keijsser en Elisabeth Maria Taylor Parkins een verhouding.
De vrouw van Jan Machiel Fredrik Keijsser, Emilia Albetina Clasia
Döring, verliet op 13 januari 1873 de woning en vertrekt naar Londen.
Elisabeth Maria Taylor Parkins bevalt op 1 maart 1874 bevalt van een
zoon,
Edward Henri August Schultz op hetzelfde adres, waar ook Jan
Machiel Fredrik Keijsser staat ingeschreven. Aangezien Edward
Henri August binnen 9 maanden na de inschrijving van de scheiding tussen
Elisabeth Maria Taylor Parkins en Carl Andries Schultz
is geboren, krijgt het kind wettelijk de familienaam van Carl Andries
Schultz, tenzij een andere vader het kind erkent en wettigt. In zijn
geboorteakte wordt Carl Andries Schultz als vader genoemd met de
aantekening, dat het onbekend is, waar hij verblijft. Wie wel de vader is, wordt
niet vermeld, maar het is aannemelijk Jan Machiel Fredrik Keijsser
de vader is. Edward Henri August Schultz overlijdt 9 maanden later
in Amsterdam.
Elisabeth Maria Taylor Parkins en Jan
Machiel Fredrik Keijsser trouwen niet met elkaar, maar kunnen het
kennelijk goed met elkaar vinden. Vanaf Nes 7 blijft Jan Machiel Fredrik
Keijsser bij Elisabeth Maria Taylor Parkins en haar moeder
wonen. Op elk adres waar Elisabeth Maria Taylor Parkins
staat ingeschreven met haar moeder en kinderen, staat op dezelfde datum ook
Jan Machiel Fredrik Keijsser ingeschreven. Op 11 mei 1875 wordt
Johan Eduard Parkins geboren. In zijn geboorteakte wordt geen vader
genoemd. Het is weer aannemelijk, dat Jan Machiel Fredrik Keijsser
de vader is. In de geboorteakte van Johan Eduard Parkins wordt de
familienaam van zijn moeder Elisabeth Maria Taylor Parkins
geschreven als "Elisabeth Maria Parkins". Daarom krijgt Johan
Eduard de familienaam "Parkins". Na 7 maanden overlijdt Johan Eduard
Parkins in Amsterdam.
Hierna bevalt Elisabeth Maria Taylor Parkins
nog drie maal van een zoon, Jan Edward Taylor Parkins (1876-1958),
Willem Henri Taylor Parkins (1883-1938), August Wilhelm
Taylor Parkins (1884-1884). Telkens op het adres, waar ook Jan
Machiel Fredrik Keijsser staat ingeschreven. Jan Machiel Fredrik
Keijsser is nog steeds niet officieel getrouwd met Elisabeth Maria
Taylor Parkins. Omdat Elisabeth Maria als ongehuwde vrouw
van de kinderen is bevallen krijgen de kinderen volgens de wet de naam van de
moeder, zijnde Taylor Parkins.. In de geboorteakte van
Willem Henri Taylor Parkins wordt Jan Machiel Fredrik Keijsser
als getuige vermeld. Het is (bijna) zeker, dat Jan Machiel Frederik
Keijsser de vader is van de kinderen.
Het huwelijk van Jan Machiel Fredrik Keijsser
en Emilie Albertina Clasia Döring wordt ontbonden en op 22 oktober
1884 ingeschreven. Wanneer daarna Elisabeth Maria Taylor Parkins
en Jan Machiel Fredrik Keijsser zouden trouwen en Jan
Machiel de kinderen erkende en wettigde, werd de achternaam van
Jan Edward Taylor Parkins en Willem Henri Taylor Parkins
gewijzigd in “Keijsser”, maar dat is niet gebeurd.
De naam Taylor Parkins blijft bestaan.
Het is een "geluk" dat
Elisabeth Maria Taylor Parkins de kinderen heeft gekregen
als ongehuwde moeder. Daardoor kregen de kinderen de familienaam
TAYLOR PARKINS in plaats van KEIJSSER.
De familienaam TAYLOR PARKINS zou al na 1 generatie (in Nederland)
opgehouden zijn te bestaan. |
In september 1891 scheiden de wegen van Elisabeth
Maria Taylor Parkins en Jan Machiel Fredrik Keijsser.
Elisabeth Maria verhuist naar de Leidsekade 3 te Amsterdam en Jan verhuist naar
Oostersekade 3 te Amsterdam, waar hij op 28 mei 1896 in het Binnengasthuis te
Amsterdam komt te overlijden.
De dochter van Maria Elisabeth Taylor Parkins
Maria Catharina Augusta Schultz vertrekt op 09 juni 1876, oud 11
jaar, vanuit Amsterdam naar Nederlands Oost-Indië.
Aan het eind van haar leven woonde oma Elisabeth
Maria Taylor Parkins
afwisselend bij haar twee zoon. Heeft oma enthousiast verteld over haar 6 jaar
in Nederlands Indië? Vier kleinzoons en een kleindochter hebben korte of lange
tijd in Nederlands Indië gewoond.
Nederlands Indië
Geëmigreerd of voor langere of korte tijd daar geweest.
Gerard Hendrikus Taylor
Parkins (1911)
Hij verbleef met zijn vrouw Cornelia Geertruij van Rijssen van
circa 1935 en 1947 met zijn gezin en Nederlands Oost Indië. In 1947 kwam het
gezin samen met neef Arnold Victor Taylor Parkins. Op 21 augustus
1957 emigreerde Gerard met zijn gezin en Arnold naar Australië.
Arnoldus Franciscus Taylor
Parkins (1914)
Op 28 december 1934 emigreert hij naar Nederlands Indië. Op 13 januari
1937 trouwt in Amsterdam zijn aanstaande echtgenote Anna Huberta Josephina
Diemel, met ”de handschoen”. Na de huwelijksvoltrekking emigreert zij
ook naar Nederlands Indië. Helaas zijn beiden tijdens de Japanse bezetting
overleden. Arnoldus als krijgsgevangene en Anna in een interneringskamp. Zij
hadden drie kinderen, die hierdoor wees waren geworden. De twee dochters werden
na de oorlog opgevangen door de op en oma van moederzijde. Hun zoon werd
opgevangen door zijn oom Gerardus.
Pieter Hendricus Taylor
Parkins (1925)
In het Algemeen Indisch Dagblad van 7 februari 1947 staat een
verlovingsadvertentie van E.A.M. van Bouwelen en A.H. Taylor
Parkins. Als adres wordt vermeld Rouwstraat 82 Bandoeng. Wanneer pet
naar Nederlands Indië is gegaan en wanneer hij terug gekomen is, is niet bekend
Edward Jan Taylor Parkins
(1902)
Op 12 juli 1948 komt Edward aan in Amsterdam afkomstig van Medan,
Nederlands Indië en gaat wonen bij zijn ouders. Hij is in Nederlands Indië
getrouwd met Walburga Bärtl. Wanneer hij vertrokken was, is niet
bekend. Op 22 november 1948 vertrekt hij, samen met zijn vrouw, weer naar Medan,
Nederlands Indië. Kennelijk zijn Edward en zijn vrouw weer teruggekomen in
Amsterdam, want op 2 februari 1949 vertrekken zij weer van uit Amsterdam naar
Medan, Nederlandse Indië. Op 2 april 1960 zijn zij weer terug in Amsterdam en
ingeschreven op het adres Van Eeghenstraat 189/hs in Amsterdam, afkomstig van
Medan, Nederlands Indië.
August Wilhelm Taylor
Parkins (1904)
Op 2 september 1929 vertrekt August vanuit Amsterdam naar Tandjong
Priok, Nederlands Indië. Wanner hij teruggekomen is in Amsterdam is onbekend. Op
12 juni 1947 wordt hij ingeschreven op het adres Jacob van Campenstraat 55/II te
Amsterdam, het adres van zijn schoonouders.
Horeca
Verschillende Taylor Parkins zijn werkzaam geweest in de horeca
of hadden zelf een horecazaak.
Willem Henri Taylor Parkins
(1883)
Als beroepen staan van hem geregistreerd: Buffetchef, Kelner,
Koffiehuishouder. Dat laatste beroep stond op de huwelijksakte van zijn
tweede huwelijk in 1920. Hij woonde in de Vijzelstraat 39/I, hoek
Reguliersdwarsstraat. Op de begane grond had hij zijn koffiehuis, waarvoor een
tapvergunning was afgegeven.
De website is dynamisch. Telkens zullen er aanvullingen
worden toegevoegd. Bezoek daarom geregeld de website. Heeft u aanvullende
informatie maak dan gebruik van de menu optie Contact.
Verantwoording:
De stamboom is tot stand gekomen door eigen onderzoek in gemeentearchieven, in
de digitale gemeentearchieven op internet, kranten, en ook aangevuld met
informatie van personen.
Zie de verspreiding van Taylor Parkins in Nederland
in 147 en 2007
|